Art.nr. 601104
Watergedragen impregnering en grondering
Productspecificaties
In aangeleverde toestand
De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.
Toepassingsgebied
- Grondering voor het Remmers WDD systeem
- Impregnering voor minerale ondergronden
Eigenschappen
- Uitstekende hechting op vele ondergronden
- Waterdampdoorlatend
-
Werkvoorbereiding
-
Eisen aan de ondergrond
De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.
De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².
De ondergrond moet het evenwichtsvochtpercentage hebben bereikt en tijdens het gebruik beschermd zijn tegen vochtinwerking vanuit de ondergrond.
Beton max. 6 massa-% vocht Cementdekvloer max. 6 massa-% vocht Anhydriet vloer max. 0,3 massa-% vocht Magnesiet vloer 2 - 4 massa-% vocht Bij anhydriet en magnesiet dekvloeren moet indringing van vocht uit aangrenzende bouwdelen of bodem absoluut worden uitgesloten.
In het algemeen bij anhydriet en magnesietvloeren altijd dampdoorlatende systemen toepassen.
-
Voorbereidingen
De ondergrond met geschikte maatregelen, bijv. stofvrij stralen, voorbereiden, zodat deze voldoet aan bovengenoemde eisen.
Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxy mortels vlak en strak dichtzetten.
-
-
Bereiding
-
Combiverpakking
De harder (component B) volledig aan de basishars (component A) toevoegen.
Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
(ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.Het mengsel in een andere emmer overgieten en nogmaals grondig mengen.
Een minimale mengtijd van 3 min. aanhouden.
Sliertvorming duidt op onvoldoende vermenging.
Op sterk zuigende ondergronden eventueel tot 20 vol.% water toevoegen.
-
Verwerking
-
Verwerkingsvoorwaarden
Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +8°C tot max. +30°C.
-
Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen, met name in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.
-
Gereedschap / Reiniging
-
Kwast, rubberen vloertrekker, epoxyroller, mengapparaat
-
Juiste gegevens kunt u in het gereedschapsprogramma vinden.
Gereedschap en eventuele vervuilingen direct terwijl het materiaal nog vers is met water reinigen.
Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.
-
Opslag / Houdbaarheid
-
In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 12 maand.
-
Verbruik
-
Zie toepassingsvoorbeelden
-
-
Toepassingsvoorbeelden
-
Impregnering / versteviging
Het materiaal tot max. 10 massa-% water verdunnen en tot verzadiging op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller in de ondergrond inwerken.
Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.
ca. 0,20 - 0,50 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)
-
Grondering
Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.
Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.
ca. 0,20 - 0,30 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)
-
-
Algemene instructies
-
Indien niet anders is aangegeven, zijn alle bovengenoemde waarden en verbruiken onder laboratoriumcondities (20°C) verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.
Gronderingen altijd poriën vullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.
Op niet zuigende of licht hydrofobe ondergronden kunnen door omstandigheden vernettingsproblemen optreden. In dit geval is een tweede laag noodzakelijk.
Op basis van verschil in zuiging bij minerale ondergronden lijken geïmpregneerde vloeren vaak vlekkerig. Niet geschikt voor vloeren waar het aanzicht van belang is.
Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.
Het einde van de potlife is door het dikker worden van het materiaal of verhoging van de temperatuur niet herkenbaar. Daarom absoluut de maximum verwerkingstijd in acht nemen.
Schurende mechanische belasting leidt tot slijtagesporen.
Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.
-
-
Verwijderingsinstructie
-
Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.
-
-
Veiligheid / Regelgeving
-
Alleen voor de professionele verwerker!
Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).
-