Door het aanbrengen van een iQ-Therm binnenisolatie blijft de warmte nagenoeg volledig binnen de gesloten woonruimte en zal die slechts in geringe mate via de wanden ontsnappen. Dit betekent een aanzienlijke besparing op de verwarmingskosten. Door middel van een combinatie van verschillende bouwfysische eigenschappen worden bij het gebruik van iQ-Therm vocht- en warmtetechnische problemen vanaf het begin uitgesloten.
Tip 1: Vormgeving van oppervlakken
De definitieve vormgeving van het oppervlak moet gebeuren met dampopen en capillair open coatings of systemen. Hiertoe behoren mineraalgebonden verven zoals iQ-Paint, iQ-Paint ST en het Historic kalk-verfsysteem (Color CL Historic) en de minerale verf OH. Diffusieremmende muurcoatings zoals behang of latexverven hebben een averechts effect op de werking van het iQ-Therm systeem. Ze verminderen de vochtuitwisseling tussen iQ-Therm en de binnenruimte. Hierdoor bestaat het gevaar van vochtophoping in of op de wanden. Gevolgschade op lange termijn kan dan ook niet worden uitgesloten.
Tip 2: Meubilering
Meubelen mogen geen direct contact maken met de wanden om de convectie tussen wanden en meubelen te garanderen. 1,5 tot 2 cm afstand (de dikte van de tapijtstrips) is meestal voldoende.
Tip 3: Aanbrengen van belasting
Voor het aanbrengen van bevestigingsmaterialen voor lijsten, kleine wandlampen, enz. moeten isolatie-ankerschroeven, zoals universeel anker 50, worden gebruikt. Korte spijkers met een lengte tot 2,5 cm voor het bevestigen van kleine lasten vormen geen probleem. Voor een nauwkeurige bevestiging van grote lasten zonder koudebruggen (bijv. keukenbovenkasten, trapleuningen, enz.) kan bijv. met een op maat te snijden montagecilinder van PU-schuim worden gewerkt.
Tip 4: Ventilatie
Het iQ-Therm systeem is gebaseerd op het feit dat vocht, dat bij klimaatschommelingen tussen binnen en buiten of in het kader van de vochtregeling bij een hoge luchtvochtigheid in de kamer wordt opgenomen, ook weer kan worden afgegeven. Om die reden is een aangepaste ventilatie noodzakelijk.
- Keuken/badkamer: In deze ruimtes kan op korte tijd veel vocht ontstaan, bijv. bij het douchen, een bad nemen, koken en ook bij het schoonmaken van tegelvloeren. Die "vochtpieken" moeten onmiddellijk worden weggenomen door de ruimte te ventileren. Open een venster tijdens of na het koken of na het douchen, om de ruimte intensief te ventileren. Wanneer er in deze ruimtes geen vensters zijn, is een ventilatiesysteem noodzakelijk om deze taak uit te voeren.
- Woonruimtes: Hier kunt u "op de reuk" ventileren. Wanneer de luchtkwaliteit slecht is ("er hangt een geur"), is een intensieve ventilatie aanbevolen.
- Wanneer zich in de woonkamer veel planten of andere bronnen van vocht (aquarium, kamerfontein, enz.) bevinden, moet u regelmatig de luchtvochtigheid controleren, bijv. met een hygrometer (de gemeten waarde moet normaal gezien onder 60% relatieve luchtvochtigheid liggen).
- Slaapkamers: Wanneer u slaapt met een gekanteld venster kan de vochtige, uitgeademde lucht onmiddellijk ontsnappen. Wanneer het venster 's nachts gesloten blijft, moet u de kamer na het opstaan ventileren door het venster volledig te openen (intensieve ventilatie). In de winter is 5 tot 10 minuten ventileren voldoende, in het voorjaar en in de herfst mag het ventileren langer duren. Met een hygrometer kunt u vaststellen of de "relatieve vochtigheid" minder dan 60% bedraagt. Wanneer die richtwaarden worden overschreden, moet u langer of vaker ventileren (bijv. ook 's avonds).