Art.nr. 142711
Transparante grondering en epoxyhars voor systemen met verplichte toelating
Productspecificaties
In aangeleverde toestand
In uitgereageerde toestand
* epoxymortel 1 : 10 met troffelzand
De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.
Toepassingsgebied
- Grondering, hechtbrug, egaliseerlaag
- Grondering voor het SL Floor WHG systeem (AbZ Z.59.12-302)
- Grondering voor het SL Floor WHG AS systeem (AbZ Z -59.12-303)
Eigenschappen
- Mechanisch belastbaar
- Chemisch belastbaar
- Goede indringing
- Weekmakervrij, nonyl- en alkylfenolvrij
- In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
- Geschikt als grondering zonder af te strooien onder PU- en epoxycoatings
-
Werkvoorbereiding
-
Eisen aan de ondergrond
De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.
De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².
De ondergrond moet het evenwichtsvochtpercentage hebben bereikt en tijdens het gebruik beschermd zijn tegen vochtinwerking vanuit de ondergrond.
Beton max. 4 massa-% vocht Cementdekvloer max. 4 massa-% vocht Anhydriet vloer max. 0,3 massa-% vocht Magnesiet vloer 2 - 4 massa-% vocht Bij anhydriet en magnesiet dekvloeren moet indringing van vocht uit aangrenzende bouwdelen of bodem absoluut worden uitgesloten.
In het algemeen bij anhydriet en magnesietvloeren altijd dampdoorlatende systemen toepassen.
Voor calamiteitenopvangbakken bij opslag van chemicaliën gelden overheidsvoorschriften, met name het begrenzen van scheurvorming < 0,2 mm.
-
Voorbereidingen
De ondergrond op de juiste wijze, zoals bijv. stofvrij stralen of diamant schuren, voorbewerken, zodat aan bovenstaande eisen wordt voldaan.
Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxy mortels vlak en strak dichtzetten.
-
-
Bereiding
-
Combiverpakking
De harder (component B) volledig aan de basishars (component A) toevoegen.
Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
(ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.Het mengsel in een andere emmer overgieten en nogmaals grondig mengen.
Een minimale mengtijd van 3 min. aanhouden.
Sliertvorming duidt op onvoldoende vermenging.
-
Verwerking
-
Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.
-
Gereedschap / Reiniging
-
Spaan, getande spaan, rubberen vloertrekker, epoxyroller, prikroller, mengapparaat eventueel dwangmenger
-
Juiste gegevens kunt u in het gereedschapsprogramma vinden.
Gereedschap en eventuele vervuilingen direct terwijl het materiaal nog vers is met Verdunning V 101 reinigen.
Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.
-
Opslag / Houdbaarheid
-
In ongeopende, originele verpakkking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 12 maand (component A) respectievelijk min. 24 maand (component B).
-
Verbruik
-
Zie toepassingsvoorbeelden
-
-
Toepassingsvoorbeelden
-
Grondering
Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.
Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.
ca. 0,30 - 0,50 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)
-
Egalisatielaag / schraaplaag
Het tot 1 : 1,5 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte spaan verdelen en eventueel met een prikroller narollen.
per mm laagdikte basislaag:
ca. 0,85 kg/m² bindmiddel
en 0,85 kg/m² kwartszand (korrel 0,1 - 0,4 mm)
-
-
Algemene instructies
-
Indien niet anders is aangegeven, zijn alle bovengenoemde waarden en verbruiken onder laboratoriumcondities (20°C) verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.
Gronderingen altijd poriën vullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.
Op basis van verschil in zuiging bij minerale ondergronden lijken geïmpregneerde vloeren vaak vlekkerig. Niet geschikt voor vloeren waar het aanzicht van belang is.
Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.
Schurende mechanische belasting leidt tot slijtagesporen.
Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.
Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.
Bij de verwerking van systemen waarvoor een toelating verplicht is, de betreffende toelating in acht nemen.
-
-
Verwijderingsinstructie
-
Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.
-
-
Veiligheid / Regelgeving
-
Alleen voor de professionele verwerker!
Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).
-